De zaden van Jakobskruiskruid hebben de reputatie mijlenver weg te waaien en vervolgens akkers, weiden en bermen te overwoekeren. In hoeverre doet het pluis zijn reputatie eer aan? FLORON zet voor NatureToday de feiten op een rij.
Als pionierplant heeft Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) twee belangrijke strategieën. Allereerst produceert het veel zaden die zich met de wind kunnen verspreiden. Bovendien kunnen zaden in de bodem lang leven. Vervolgens kunnen onder gunstige omstandigheden deze zaden weer uitgroeien tot een plant die het eerste jaar een penwortel vormt, het tweede jaar bloeit en na de zaadzetting sterft. Door deze strategie is de plant in staat om op zowel dezelfde plek als op nieuwe plekken te kunnen groeien, althans, zo lang de omstandigheden het toestaan.
Wat zijn eigenlijk gunstige omstandigheden voor het kiemen van zaden van Jakobskruiskruid? Dat zijn zandige bodems waar in het najaar open, kale plekken te vinden zijn waar de plant na herfstregens kan kiemen. En dat zijn nou precies die wegbermen en kort afgegraasde weitjes die er nu ook al vol mee staan. In intensief beheerde akkers en graslanden kan de plant zich dan ook vrijwel nooit ontwikkelen. Dat komt door de dichte zoden of de intensieve grondbewerking van deze percelen. De gewassen worden bovendien vaak bemest en met herbiciden behandeld, wat hun groeivoorwaarden optimaliseert en onkruiden zoals Jakobskruiskruid benadeelt.